Zoektocht met grondradar naar voormalig Slot[je] Groenendaal
Schijndel – Afgelopen maandag 16 februari werd er door de Heemkundekring Schijndel met een grondradar gezocht naar de restanten van Slot Groenendaal. De plek van het kasteel waarvan de coördinaten eerder beschreven zijn in de literatuur Historische verkenningen 1984 van W. Heesters [coördinaten 157.125 x 401.995] is vandaag de dag een maïsakker achter De Nachtegaal aan de Boxtelseweg in Schijndel. Er zijn vermoedens dat er op deze locatie overblijfselen gevonden kunnen worden maar dat moet meer duidelijk worden door de uitkomsten die deze grondradar oplevert. Slot[je] Groenendaal heeft het nodige te verduren gehad tijdens de tachtigjarige oorlog [1568 tot 1648]. Voor 1422 stond er waarschijnlijk een blokhuis wat op een gegeven moment is vervangen door een omgrachte hoeve. |
| locatieaanduiding slotje Groenendaal door landmeter Hendrik Verhees |
Film Sleutjes spook behandelt slotje Bogaard en slotje Groenendaal
[uit de filmbeschrijving door Henk Beijers] In de 17de eeuw is het de familie van Kessel die het slotje, ook genoemd 'slootje en sleutje' bewoont of er regelmatig verblijft. Uit het huwelijk van Dirk en Hadewich wordt slechts één kind geboren [1585] en het slotje Bogaard komt uiteindelijk aan hem toe. Ze hebben hem bij de doop de roepnaam Dirk meegegeven. Deze Dirk is behoorlijk vermogend en door zijn huwelijk met Jenneken de dochter van Pauwels Wijnand van Resand of Rosand, kan zijn fortuin alleen nog maar groeien.
Wat wil immers het geval….de familie Wijnands van Resand bezit in die tijd aan de andere kant van Schijndel het bekende slotje Groenendaal, achter de huidige Nachtegaal. Een rijke familie met maar liefst twee slotjes is echt wel een uitzondering.! Zijn huwelijk blijft kinderloos. Dirk is meermaals lid van het Schijndelse schepencollege en het zal wel niet voor niets zijn, dat hij in de Servatiuskerk begraven wordt, samen met zijn vrouw. Vermoedelijk heeft hij behoorlijk wat voor de Schijndelse samenleving betekend en bovendien moet hij tot de ‘rijke stinkerds’ behoord hebben, om in de kerk begraven te mogen worden.
